Honderden vechten tegen branden door het gebied van Jeruzalem; mogelijk Israëls grootste vuurzee ooit

Precies een week nadat een enorme bosbrand in Eshtaol meer dan 10.000 vierkante meters in as legde, laaide de brand op woensdagochtend 30 april op vijf plaatsen weer op. De branden in de omgeving van de Jeruzalemheuvels verspreidden zich snel, omdat een verstikkende hittegolf en harde wind het moeilijk maakten de branden onder controle te krijgen.

Woensdagavond meldde de brandweer dat er 163 brandweerploegen op de grond en 12 blusvliegtuigen aanwezig waren om de branden rond Jeruzalem op verschillende belangrijke plekken te bestrijden, waaronder op meerdere plekken in Latrun, Neve Shalom en het Eshtaol bos.

Er woedden ook branden in Mevo Horon, langs de Burma Road richting Beit Meir, Mesilat Zion en in de buurt van een benzinestation in Sha'ar Hagai. Naar verluidt hebben minstens twaalf mensen rook ingeademd, maar niemand verkeert in ernstige toestand.

Volgens een schatting van Keren Kayemeth LeIsrael woensdagavond zijn er ongeveer 2900 acers verbrand in het vuur. — Volgens het Joods Nationaal Fonds was het Canada Park, nabij Latrun, bijna volledig afgebrand.

Op een persconferentie in de geëvacueerde gemeenschap van Estaol op woensdagavond, zei de commandant van de brandweer en reddingsdienst Shmulik Friedman, district Jeruzalem, waarschuwde dat de brand in de heuvels van Jeruzalem misschien wel de grootste die ooit in dit land is geweest, en deze was nog lang niet onder controle. (TOI/VFI Nieuws)

‘Onze Hemelse Vader, we bidden voor alle mensen die gewond zijn geraakt door de enorme branden in Israël. We bidden in de Naam van Jesjoea dat U hen volledig geneest en helpt pijnlijke herinneringen uit hun gedachten te wissen. We danken U dat U ons beschermt en niemand laat omkomen door de branden, en we zijn enorm dankbaar voor al het brandweerpersoneel dat moedig zoveel levens heeft gered. We bidden dat U een einde maakt aan alle branden en dat er in ons land geen dergelijke verwoestingen meer zullen plaatsvinden. We bidden ook dat U voorkomt dat iemand brandstichting pleegt en dat U degenen die dit al gedaan hebben, voor de rechter brengt.’