Bennett Zegt dat Religie in het Midden-Oosten Niet Langer Gedefinieerd Hoeft te Worden door Wreedheid en Extremisme
De Israëlische premier Naftali Bennett sprak met Bahreinse studenten tijdens zijn bezoek aan het Golfland op dinsdag 15 februari. Hieronder volgen enkele van zijn opmerkingen.
“Ik ben hier gekomen om over de toekomst te praten. Jouw toekomst. De toekomst van mijn volk. Onze gedeelde toekomst. Een toekomst die samenwerking verkiest boven conflict, hoop boven vijandigheid en vriendschap boven angst. Een toekomst die afhankelijk is van alle mensen die in deze zaal zitten. Er was eens een tent - dat was het eerste huis van ons allemaal: de tent van Abraham. Abraham, weet je, hij was niet je gemiddelde leider. Hij was een man van God, hij was een man van de wereld. Hij was niet alleen een familieman, maar ook een zakenman. Een man die zowel diep gehecht was aan zijn geloof, maar tegelijkertijd openstond voor de wereld. Iedereen was welkom in de tent van Abraham. Het stond wijd open. Ik vind het opmerkelijk dat de historische overeenkomsten tussen Israël en de Arabische naties "de Abraham-akkoorden" worden genoemd.
Toen ik premier werd, werd mij gevraagd wat ik dacht van de “Abraham-akkoorden”; Er werd mij gevraagd of ik van plan was deze naam te blijven gebruiken - ik zei: "Er kan geen betere naam zijn." Religie in het Midden-Oosten hoeft niet langer te worden bepaald door brutaliteit en extremisme. Voor de gelijkgestemde leiders van de Abraham-akkoorden was ons geloof de lijm die de wonden uit ons verleden heelde - en de band tussen ons versterkte. Mijn Bahreinse vrienden - samen zitten we in de grote tent van Abraham. In deze tent is niemand een vreemde - we zijn allemaal familie. Kom en zie zelf waar Israël voor staat. Het Israëlische volk verwelkomt je met open armen. Het Midden-Oosten is aan het veranderen en ik ben ervan overtuigd dat de groeiende vriendschappen van Israël met Bahrein en andere landen in de regio – een leidende kracht zijn in de ingrijpende verandering. Samen creëren we een nieuwe realiteit in het Midden-Oosten waar onze mensen, onze landen en de hele regio veel profijt van zullen hebben. We moeten het momentum van de historische Abraham-akkoorden aangrijpen, we moeten de kans die we hebben gekregen optimaal benutten.
En Abraham zei tot Lot – naar wie uw koran verwijst als ‘Lut’: ‘Het is niet goed dat wij ruziemaken en dat onze herders met elkaar overhoop liggen, ‘meende hij. ‘Wij zijn tenslotte familie! (Gen. 13:8). We zijn broeders en samen, als God het wil, kunnen we Abrahams droom vervullen.” (INN / VFI News)