Logo
Artikel 6 van 12
Danny Danon

Danon spreekt het Libanese volk toe in het Arabisch

De ambassadeur van Israël bij de Verenigde Naties, Danny Danon, sprak op donderdag 10 oktober de VN-Veiligheidsraad toe, waar hij zich tot de burgers van Libanon wendde en hen in het Arabisch vertelde dat ‘het land van Libanon toebehoort aan het Libanese volk, niet aan Iran!’.

‘Israël heeft geen verlangen om in Zuid-Libanon te zijn,’ zei Danon in het Engels. 'Ons doel is om onze mensen te beschermen, niet om Libanees grondgebied te bezetten. Maar om te voorkomen dat dit opnieuw gebeurt, moet de Raad ervoor zorgen dat de juiste mechanismen aanwezig zijn voor het Libanese leger en UNIFIL om aan hun verplichtingen te voldoen.’

Toen wendde hij zich tot de Libanese vertegenwoordiger en zei: ‘Ik heb heel goed naar uw woorden en veroordelingen geluisterd, maar de waarheid is dat u naast mij zou moeten zitten, niet naast de Iraanse vertegenwoordiger. Want of je het nu kunt toegeven of niet, Israël, Libanon en de vrije wereld staan aan dezelfde kant tegen het islamitische regime van Iran. We moeten allemaal schouder aan schouder verklaren dat Iran met zijn bebloede handen van Libanon af moet blijven.’

Danon richtte zich toen rechtstreeks tot het Libanese volk in het Arabisch en zei: ‘Libanon is van de Libanezen, niet van de Iraniërs.’ Eerder in hetzelfde gesprek loofde de Iraanse vertegenwoordiger Hezbollah-leider Hassan Nasrallah, die ongeveer twee weken geleden werd uitgeschakeld bij een Israëlische aanval in Beiroet. (INN / VFI News)

‘God onze Heer, we bidden voor alle onschuldige Libanese burgers die worden geteisterd door de terroristische organisatie Hezbollah. We bidden voor de ontmanteling van Hezbollah en dat het voor het gerecht gebracht zal worden. We bidden in Jesjoea's naam dat U alle burgers zult beschermen, terwijl Israël de strijd aangaat met Hezbollah en al haar proxies, en dat U hen passend onderdak zult bieden voor het geval ze moeten worden verplaatst. We bidden ook voor Uw voortdurende bescherming van de burgers van Israël en inwoners van het noorden die tijdens deze oorlog moesten verhuizen. Dat U in al hun behoeften wilt voorzien en hen terugbrengt naar hun huizen waar ze weer in veiligheid kunnen leven.'