Logo
Artikel 3 van 10
Prime Minister Benjamin Netanyahu

Netanyahu Hekelt 'Verachtelijke' VN-Stemming, Zegt dat Joden Geen Bezetters Kunnen Zijn in Hun Eigen Land

Premier Benjamin Netanyahu hekelde zaterdag 31 december de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties voor een resolutie die de dag ervoor werd aangenomen om de "bezetting... van Palestijns grondgebied" door Israël naar het Internationaal Gerechtshof te verwijzen, waarbij hij het wereldorgaan ervan beschuldigde "de historische feiten te verdraaien" en te verklaren dat het Joodse volk geen "bezetter" kan zijn in zijn eigen land.

In een krachtig geformuleerde verklaring zei Netanyahu, die pas donderdag weer premier werd, dat Israël niet gebonden is aan de AVVN-resolutie waarin het Internationaal Gerechtshof wordt gevraagd zich over het conflict uit te spreken, in overeenstemming met het internationaal recht en het VN-Handvest.

"Zoals honderden van de verdraaide besluiten tegen Israël die de AVVN in de loop der jaren heeft genomen, zal het verachtelijke besluit van vandaag de Israëlische regering niet binden. De Joodse natie is geen bezetter in haar eigen land en haar eigen eeuwige hoofdstad Jeruzalem," zei hij, eraan toevoegend dat "geen enkel VN-besluit de historische feiten kan verdraaien."

"Wij zullen blijven vechten voor de waarheid", aldus de verklaring. De resolutie van de Algemene Vergadering van de VN, die met 87 tegen 26 stemmen werd aangenomen, roept het in Den Haag gevestigde Internationaal Gerechtshof op om "met spoed een advies uit te brengen" over de "langdurige bezetting, vestiging en annexatie van Palestijns grondgebied door Israël".

Het roept ook op tot een onderzoek naar Israëlische maatregelen "gericht op het wijzigen van de demografische samenstelling, het karakter en de status van de heilige stad Jeruzalem" en zegt dat Israël "discriminerende wetgeving en maatregelen" heeft aangenomen. (TOI / VFI News)

“De rechtvaardige mens zal tot in eeuwigheid niet aan het wankelen worden gebracht, maar van de goddelozen blijft niets over.” - Spreuken 10:30